Wimsalabim

Avonturen op de fiets

Yellowhead Highway

‘s Ochtends om zeven uur stap ik van de ferry in Prince Rupert. Volgens ingewijden moet ik hier zijn voor de verse Halibut (heilbot), maar dat is niet het eerste waar ik aan denk zo vroeg op de ochtend. Bezoek wel binnen een uur een tankstation, supermarkt en McDonalds in verband met pruttelende darmen.

De Yellowhead Highway gaat vanaf Prince Rupert landinwaarts naar Jasper in de Rocky Mountains over de Yellowhead Pass. Precies 1100 kilometer, waarna de highway verder gaat in de richting van Edmonton. Deze afstand leg ik in twaalf dagen af, inclusief twee rustdagen. Zodoende heb ik ruim de tijd voor de Icefields Parkway van Jasper naar Banff die erg mooi schijnt te zijn.

De Yellowhead Highway loopt in het begin parallel aan de Skeena River en betekent ‘river of mist’. Het water in de rivier staat erg hoog door de overvloedige regenval van de afgelopen weken. Het is de slechtste zomer sinds tijden. Door de hoge waterstand is het slecht vissen, een populair tijdverdrijf in deze regio. Veel (Duitse) hengelaars strijken hier elke zomer weer neer.

Zo heb ik een aantal echte regendagen en fiets ik veel in mijn goretex regenkleding. Gelukkig is het niet al te warm en hoef ik niet veel te klimmen, waardoor het best comfortabel fietsen is. Ik had elke dag het geluk dat het droog was bij het opzetten en inpakken van mijn tent en wanneer ik mijn potje kookte. Een aantal dagen had ik de wind flink in de rug en dan schiet het lekker op, zelfs omhoog. Maar na een paar dagen regen wordt toch alles enigszins nat. De tent gaat nat in de tas en komt er even nat weer uit. Weinig gelegenheid om de boel te drogen.

Bij Hazelton heb ik het oude dorp van de K’San indianen bezocht. Weliswaar volledig opnieuw opgetrokken, maar het verhaal, de totempalen en de gebruiksvoorwerpen zijn indrukwekkend. De mensen wonen tegenwoordig ook in gewone huizen, maar de hiërarchie met chiefs binnen de gemeenschap en de tradities worden nog in stand gehouden. Vaardigheden zoals het weven van matten van de bast van de western red ceddar en het vangen en roken van zalm in smoke houses worden nog steeds overgedragen op volgende generaties.

Onderweg heb ik drie keer een Warmshowers gepland. Twee nachten bij Jon en Amanda in Smithers, één nacht bij Deirdre in Vanderhoof en één nacht bij Curtis en Bonnie in Dunster.

Jon en Amanda zijn een jong stel die de drukte van Toronto zijn ontvlucht naar het rustige Smithers, een walhalla voor outdoor enthousiasten. Op de tweede avond ben ik getuige van het afscheid van een collega van Amanda dat bij hen thuis werd gevierd. Hartelijke mensen waardoor ik me erg op mijn gemak voel en een erg leuke avond heb. Iedereen kwam met een fles wijn en een kaasgerecht, een echte American party!

In Vanderhoof word ik ontvangen door Erica, zij past op het huis van Deirdre die buiten de stad is. Desalniettemin ben ik erg welkom in de fantastisch mooi aan de rivier gelegen houten woning. De twee fietsende Engelse broers, John en Tom, die er de nacht voor mij verbleven, ontmoet ik bij toeval in de stad. Zij bleken vegetarisch waardoor ik met Erica de soep van de vorige dag eet. Erica, studente biochemistry, heeft een jaar eerder met Deirdre door Italië en Kroatië gefietst. Toevallig lees ik op dat moment een boek, over een Engelsman die naar aanleiding van een weddenschap met een koelkast door Ierland lift, waar ook een personage met de naam Deirdre in voorkomt. Ze blijkt inderdaad Ierse roots te hebben.

Bonnie komt me 35 kilometer voor Dunster al tegemoet rijden. Het aanbod voor de lift sla ik vriendelijk doch beslist af. Wel neemt ze mijn tassen mee. Curtis en Bonnie wonen op een boerderij een paar kilometer van de snelweg. Zelf zijn ze geen fietsers, maar zijn lid geworden van Warmshowers nadat Bonnie een keer een Israeliër op de fiets was tegengekomen en spontaan had uitgenodigd. Hij had het er zo naar zijn zin dat hij gelijk een week is gebleven.

Mijn onderkomen is een oude huifkar die ooit het onderkomen was van schapenherders. Klein, knus en een bijzondere ervaring! Een hobby van Curtis, die in de loop van de tijd zo’n tien wagens op de kop heeft getikt. Na een snelle douche mag ik aanschuiven voor overheerlijke burrito’s. De dochter en drie kleinkinderen uit Florida zijn ook op bezoek, een lange rit die ze eenmaal per jaar in de zomer plannen. Een warme gezellige familie en leuke gesprekken aan de keukentafel tot laat in de avond. De volgende ochtend zitten we er weer met zijn allen terwijl Bonnie de ene na de andere pancake voor ons bakt.

Na het ontbijt vraagt Curtis of ik mee ging naar zijn voederplaats in het bos. Daar voeren we squirrels (eekhoorn) en Chickadee’s (vogel) uit de hand. Tevens heeft hij daar een vaste camera met bewegingssensor, waarmee hij al veel wild op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. Rondom het huis heeft hij voederbakken met suikerwater waar Hummingbirds (kolibri) In grote getale op af komen. Hij demonstreert hoe hij de vogels vangt, ringt en registreert zodat hij kan zien welke afstanden ze afleggen. Om twee uur ‘s middags stap ik op de fiets voor de 60 kilometer naar Robson.

Op de Yellowhead Highway zie ik voor het eerst een zwarte beer. Toen hij (of zij) mij zag, sprintte de beer bosjes in. Twee keer was ik er niet op verdacht en passeerde ik een beer in de berm die niet op of om keek. Later zag ik nog een beer die op zijn gemak de weg overstak. Behalve beren, zag ik ook bevers, een grijze wolf, twee jonge zwartgekleurde – vermoedelijk – wolven. Tussen Prince Rupert en Terrace zie ik zelfs zeehonden in de Skeena River en een Bald Eagle. In Robson Provincial Park een aantal marmotten en een Turkey Vulture, een grote zwarte vogel met een rode kop.

Ik ontmoet meerdere mensen van Nederlandse afkomst. Op een rest area raak ik in gesprek met Bill Brouwer die op 10-jarige leeftijd met zijn ouders van Gasseltenijveenschemond met zijn ouders naar Rocky Mountain House in Canada is geëmigreerd. Veel van deze mensen zijn hier (opnieuw) een boerenbedrijf gestart. In een verder verleden zijn hier ook Nederlanders neergestreken met meer religieuze drijfveren. Bewijs hiervan is te vinden in de vele kerkjes.

Na de fantastisch mooie kilometers naar Smithers langs de Skeena River volgt een wat meer landelijk en saaier stuk tot Prince George, waarna het serieus begint te heuvelen en de wit besneeuwde toppen van de Rocky Mountains in zicht komen. Vlak voor Burns Lake ontmoet ik een Duits stel, Volker en Petra, dat net als ik onderweg is naar Vuurland. Stevige rokers en niet bijzonder positief over Canada en haar inwoners. Amerika is hun in het verleden beter bevallen. Desondanks erg aardige mensen en natuurlijk genoeg gespreksstof. We wisselen onze plannen uit zodat we elkaar onderweg wellicht nog een keer kunnen ontmoeten.

Robson Provincial Park is de eerste stop in de Rocky Mountains, waar ik een pittige en lange hike maak naar de gletsjers bij Berg Lake. Hoezo rustdag? Bij terugkomst tref ik Laurent en Susan die ik op de ferry naar Prince Rupert heb ontmoet. Een sympathiek Zwitsers stel dat hun appartement in Zurich heeft verkocht, met de bedoeling om zich na terugkomst in het zuidoosten van Zwitserland te vestigen. We delen mijn campsite voor een nacht en hebben een gezellige avond. Laurent en Susan blijven een paar dagen in Robson, maar we spreken een camping af in Jasper. De volgende dag stap ik met vermoeide wandelbenen op de fiets voor de laatste kilometers naar Jasper waar ik meerdere dagen wil blijven.

In downtown Jasper zie ik in het voorbijgaan beelden van de Tour de France op een tv-scherm in een pub. Ik trakteer mezelf op een pint en installeer me voor de tv. Nog 15 km tot de top van de Aubisque! Dan schakelt de zender over op een andere sport om niet meer terug te keren voor de ontknoping van de etappe… ‘s Avonds op de afgesproken camping vind ik mijn Duitse vrienden Volker en Petra en deel opnieuw een plaats met collega fietsers.

Next Post

Previous Post

6 Comments

  1. Marchje en Geert Tinus 24 August 2011

    Fijn om weer een verhaal van je te kunnen lezen. Ook heb je weer mooie foto’s geplaatst. Nu Marco en Annelies weer zijn vertrokken zul je het weer moeten doen met de kontakten onderweg, totdat wij bij je komen in San Francisco.
    Veel succes de komende periode.

    Groetjes van mam en pap.

  2. Darchibald 24 August 2011

    Leest weer lekker weg Wim! En geen spoortje heimwee, irritatie of verveling te ontdekken in je verhaal. Alles wijst er op, dat jij je nog steeds opperbest aan het vermaken bent. Respect! Go Wim!

  3. Vic 3 September 2011

    Indrukwekkend weer! Mooie foto’s van vogeltjes en landschappen. Prachtige toer, groetjes

  4. Wit Kreeger 6 September 2011

    Hi Wim,

    I met you in Wauconda on the way to Republic. I am going back to Huntington Beach this week, but enjoyed the summer in the Pacific Northwest, including Alaska’s Inside Passage. Though I agree about the crappy weather.

    I hope the food at the Wauconda Cafe did you no harm. It is vastly improved with the new owners Neil and Mattie.
    Live well,
    Wit

  5. Kees-Jan 7 September 2011

    Hoi Wim,

    Af en toe moet ik even op je site kijken om te lezen waar je zit en ik moet zeggen Petje af.
    Fijn om te lezen dat alles goed gaat en dat je dagelijks mooie tochten fietst en veel mee maakt. Succes de komende weken en ik zal je tochten blijven lezen en je blijven volgen.

    Groeten KJ

    P.s. Mooie foto’s…..

  6. Pieter Tijhuis 8 September 2011

    Hoi Wim,
    ik geniet van je mooie verhalen en prachtige foto’s. Een professionele fotograaf zou er jaloers op zijn.
    Groeten,
    Pieter

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

© 2024 Wimsalabim

Theme by Anders Norén