Wimsalabim

Avonturen op de fiets

Zuid Peru

De 22 uur durende busrit van Lima naar Cusco voert in eerste instantie zuidwaarts langs de kust. Langs Nasca, bekend van de mysterieuze lijnen in het woestijnlandschap. Dit paste helaas niet in de planning. Zelfs als je 19 maanden tijd hebt moet je keuzes maken. Na Nasca gaan we van de kust af, de bergen in. De lange klim naar de Altiplano blijft me grotendeels bespaard. Ik voel me bijna schuldig in de bus met luxe lederen fauteuils, draadloos internet, films en bingo. Mijn Spaans komt goed van pas bij de bingo.

Op het busstation in Cusco heb ik de nodige belangstelling als ik mijn fiets rijklaar maak. Als ik aanstalten maak om te vertrekken biedt een taxichauffeur zijn diensten aan. Ik kijk naar mijn fiets en zeg “Porqué?” waarop zijn collega’s hard in de lach schieten. Ik stap op de fiets en laat de chauffeur beteuterd achter.

Cusco was de hoofdstad en het culturele centrum van het rijk van de Inca. Het is de plek waar de zoon van de zon en de dochter van de maan op hun zoektocht naar vruchtbare grond vanaf het Titicacameer neerstreken. Op het hoogtepunt strekte het rijk zich uit van Quito in Ecuador tot Santiago in Chili. De Inca’s gaven Cusco de vorm van een poema, een heilig dier. Veel koloniale gebouwen zijn gebouwd op de welbekende Inca muren. Grote stenen die naadloos op elkaar aansluiten. Werkelijk geen speld tussen te krijgen.

Het meest beroemde voorbeeld van die bouwkunst is Machu Picchu. Nooit door de Spanjaarden ontdekt en daardoor ook niet vernietigd. Vanuit Cusco breng ik een bezoek aan dit wereldwonder. Ik heb gelezen over fietsers die (met fiets) op eigen gelegenheid het traject afleggen. Langs een spoor, fietsen kan wel, kan niet. Klonk een beetje onzeker allemaal. Ik kies dit keer voor gemak en geef me over aan een georganiseerde tour. Niet de standaard vierdaagse hike, maar een alternatieve fiets- en wandelvariant.

Ik pak mijn rugzak. De Ortlieb D-Fender is perfect voor meerdaagse hikes zonder kampeerspullen. Tevens erg geschikt als vijfde fietstas. Goede keus was dat. De fiets en andere spullen krijgen een plekje in de opslag van de hostel. Ik zet mijn wekker op vijf uur en kruip onder de Alpaca wollen dekens. Even voor half zeven schrik ik wakker. Over een paar minuten word ik opgehaald. Stress! Bij de organisatie is minder stress. Op het verzamelpunt moet nog van alles gebeuren, fietsen op de auto, inpakken, benzine tanken. Ik geef me over en meng me in de groep.

We worden naar 4300 meter hoogte gereden. Daar gaan de fietsen van de bus en mogen we afdalen. Dat voelt voor mij als vals spelen. Een afdaling is de beloning van een klim. Het landschap is echter fantastisch, het schuldgevoel is snel verdwenen. Op 1900 meter zijn we beneden en leveren we de fietsen in. In Santa Maria zijn we. Er worden twee groepen gemaakt en we vervolgen onze weg te voet. Naar een afgelegen hospedaje op een uiterst idyllisch plekje. Onderweg veel fruit zoals mango, bananen, ananas en papaya. En koffie. Ik sluit aan in de rij voor de enige en koude douche. Buiten achter een gordijntje. Na de douche deel ik een paar verfrissende biertjes met de Israeli’s in de groep. De jongens en meiden hebben net hun dienstplicht van drie jaar erop zitten. Ze leren mij een nieuw kaartspel.

De volgende ochtend. Na het ontbijt worden we allemaal geschminkt als echte Inca’s. Het duurt lang voor de groep in beweging is. Als solo reiziger ben ik niet gewend om te wachten, maar ik ben niet de enige die ongedurig is. We gaan vandaag als één groep verder. We volgen een pad in de bergwand hoog boven Rio Vilcanota. Veel wachten en wederom een karige lunch. Na een lange dag hebben we slechts 10 kilometer afgelegd. De hot springs op het eindpunt zijn echter zeer de moeite waard en maken veel goed. Een busje brengt ons naar de hostel in Santa Teresa.

De eindbestemming van dag 3 is het toeristenbolwerk Aguas Calientes. De uitvalbasis voor het bezoek aan Machu Picchu op dag 4. Ik heb me opgegeven voor de zipline. Zes stalen kabels van 300 tot 500 meter zijn over de vallei gespannen. Na een korte instructie zoeven we één voor één over de ontzagwekkende diepte beneden ons. Dat had ik niet willen missen! Veel adrenaline voor 30 dollar. Vol goede moed stappen we opnieuw in een busje. Voor de hike langs het spoor dat naar Aguas Calientes leidt. Met de fiets had ik het ook gered zie ik. Maar ik treur niet, ik geniet van het gezelschap van de groep. En van de schilderachtige natuur met steile groene bergen. Dat belooft wat. Hooggespannen verwachtingen voor morgen.

Om half vijf in de ochtend stap ik met drie Israeli’s de deur uit. Voor de 2000 traptreden die leiden naar Machu Picchu. De rest gaat met de bus. Om kwart voor zes ben ik volledig bezweet boven. Heb gelukkig een droog shirt mee. Een kwartier later mogen we naar binnen. We krijgen een rondleiding van drie uur. Daarna mogen we vrij rondlopen. De ruïnes zijn omringd door een werkelijk spectaculair landschap. Het complex zelf is in veel opzichten een sterk staaltje vakmanschap. Over alles is nagedacht: architectuur, fundering, irrigatie, astrologie, voedselvoorziening en bereikbaarheid. De twee pieken blijken alleen toegankelijk met een apart ticket dat vooraf gekocht moet worden. Dat is jammer. Aan het eind van de dag ga ik dezelfde traptreden weer af. ’s Avonds eet ik een hapje met twee Canadezen. Toffe gasten. Ik doe een vergeefse poging om een geocache te vinden. Tot het tijd is voor de trein terug. Het laatste stuk naar Cusco gaat met de bus.

Terug in de hostel zie ik een bekend gezicht. Gretchen uit Tucson, Arizona. We hebben elkaar eerder ontmoet in Quito. Samen eten we een grote hamburger. Het is aangenaam verpozen in Cusco. Ik verken alle uithoeken van de stad. En koop een aantal souvenirs die de portokosten waard zijn. Vind zowaar 2.5” binnenbanden. Zuslief heeft een aantal andere reserveonderdelen vanuit Nederland opgestuurd. Zet tevergeefs het lokale postkantoor op de kop op zoek naar het pakketje. Waarschijnlijk ligt het nog bij de douane in Lima krijg ik te horen. Wat niet helpt is dat de tracking code zoek is. Het pakketje met souvenirs vertrouw ik toe aan dezelfde beambte. Fingers crossed. Het thuisfront gaat een nieuw pakketje opsturen naar La Paz in Bolivia.

Het Titicacameer is de volgende stip op de kaart. Het kwik stijgt tot 25 graden. Het is heerlijk weer op 3800 meter hoogte. Lange rechte wegen op de Altiplano. Ondanks de wind in de rug hoor ik mezelf hijgen. Het gebrek aan zuurstof speelt me parten. Mijn benen voelen minder sterk dan anders. Heb ik ergens anders last van? Ik beland in stoffige plaatsjes als Tinta en Santa Rosa. Overdag geen water in het droge seizoen. Ik douche met flessen water uit de ton. Vanuit tegenovergestelde richting komt een fietser me tegemoet. Helmuth uit Duitsland. Hij had last van honden. Verloor zijn evenwicht bij het gooien van een steen. Een dubbel voorwiel en schaafwonden tot gevolg. Op de tweede dag van zijn trip.

De weg wordt drukker naarmate ik Juliaca nader. Mijn eindbestemming op de kaart blijkt niet te bestaan. Dan maar verder. Ik verlaat de verharde weg voor een detour via Lampa. Uitstekende keus, de weg is erg scenic. De ondergaande zon zet de aarde in brand. Het koelt snel af. Verkleumd stap ik onder een heerlijke warme douche in Lampa. De trucha frita smaakt me niet. Ik voel me niet fit. De volgende ochtend ontbijt ik noodles. Kan ik goed op fietsen. Daarvan heb ik altijd een voorraadje. Maak een rondje door het dorp. Kinderen in de mercado willen mijn hand. De jongste durft eerst niet zo goed. Maar wil mijn hand daarna niet meer loslaten. Erg schattig. Op straat koop ik fruit met de naam tuna. Waarom heb ik dat niet eerder gekocht, heerlijk is het!

Juliaca is druk en vies. De kermis kan me niet bekoren. Snel door naar Puno. Het Titicacameer laat zich zien. Het grootste meer van Zuid Amerika. Het ligt op de grens met Bolivia. Vanuit Puno boek ik een tour naar de drijvende rieteilanden waar de Uros indianen wonen. Op de boot worden liedjes opgevoerd en de pet gaat rond. Erg toeristisch, bijna aandoenlijk. Het verhaal gaat dat de meeste indianen er overdag alleen nog voor de toeristen zijn. Maar we krijgen wel inzicht in de leefwijze van de indianen. En hoe de eilanden telkens van een nieuwe laag riet worden voorzien omdat het aan de onderkant wegrot. De hutten en boten, werkelijk alles wordt van het riet gemaakt. Aansluitend brengen we nog een bezoekje aan Taquile, een eiland op twee uur varen. Ik ben in goed gezelschap van een Argentijns stel.

Ik verlaat Puno over de Avenida del Sol en vervolg mijn weg langs de oever van het meer. De wind komt van links. Samen met de uitlaatgassen. Dit en het gebrek aan zuurstof speelt me parten. Af en toe rust ik in het zonnetje. In Juli vind ik een redelijk hotel met zelfs wifi. De eerste twee hadden geeneens water. De prijs is gelijk, de keus is snel gemaakt. Het avondmaal van kip met vette lauwe patat smaakt me niet. Na twee maanden Peru kijk ik uit naar Bolivia.

Periode: 9 september t/m 23 september 2012
Foto’s: Peru – Zuid Peru
Route: http://goo.gl/J3NbzZ

Next Post

Previous Post

1 Comment

  1. Yoon 12 April 2015

    Mooi geschreven. Alsof ik er zelf bij was

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

© 2024 Wimsalabim

Theme by Anders Norén