Wimsalabim

Avonturen op de fiets

Cuba

GPS apparatuur is niet toegestaan in Cuba. Ik waag het erop. Het ergste wat er kan gebeuren is dat het in beslag wordt genomen lees ik links en rechts. Op het formulier in het vliegtuig kruis ik aan dat ik geen GPS communicatie apparatuur heb. Ik gebruik het immers niet om te communiceren. Toch? Bij overige apparatuur noteer ik een wereldontvanger, netbook, dazer en iPod. En een SOS en een navigatie apparaat.

Zonder problemen passeer ik de immigratie waar het formulier wordt ingenomen. Vervolgens langs mannen in witte jassen. Die gaan mijn zorgverzekering controleren gok ik. De man op leeftijd wil alleen weten waar ik vandaan kom. Op de fiets vanuit Alaska is altijd een goede binnenkomer. In de kleine aankomsthal is het een drukte van jewelste. Een medewerkster weet mij in het midden van alle drukte te vinden met de mededeling “I need to see you in my office”. Zodra ik mijn bagage heb is mijn antwoord. Staat er gps op mijn voorhoofd?

De hal stroomt leeg en ik blijf alleen achter, wachtend op mijn bagage en fiets. Ondertussen vraagt de dame – in de lege aankomsthal – me het hemd van het lijf. Wat zijn mijn plannen? Vier weken fietsen. Waar verblijf ik? De eerste twee nachten in Havana. Waar kom ik vandaan? Alaska. Op de fiets? Ja. Wat is mijn beroep? Geen. Wat verdien ik? Veel, maar ik krijg niets. Enzovoorts. Alles wordt keurig genoteerd.

Mijn fietsdoos pastte – zoals altijd – niet door de normale X-ray en moest naar de cargo afdeling is de verklaring voor het lange wachten. Met in mijn linkerhand meer dan 35 kilo aan tassen en aan de andere hand de onhandige fietsdoos sleep ik mezelf door de douane. Nothing to declare. Zo sta ik opeens buiten in de warme vochtige lucht voor een lelijke staaltje oostblok architectuur.

Op weg naar de oude stad zie ik veel van wat zo typerend is voor Cuba. De Amerikaanse en Russische auto’s uit de jaren vijftig, de kleurrijke latino en afro bevolking, gehavende gebouwen, een vreemde mix van architectuur, velden met suikerriet en de overal aanwezige revolutie. Wat me opvalt is dat alle wegen, ondanks de soms matige staat, er netjes bij liggen. Het gras in de bermen is keurig kortgewiekt en geen spoor van zwerfvuil.

Cuba is een relatief duur land voor toeristen. Het kent een dubbele economie met twee munteenheden. De peso en de CUC (convertable peso) die 25 pesos waard is. Een CUC is ongeveer 90 eurocent. Brandstof en de schaarse “westerse” luxe artikelen kunnen alleen met CUC betaald worden. Dit maakt dat de CUC erg geliefd is bij de Cubanen. Toeristen mogen alleen met CUC betalen. Zo kun je in de meeste winkels en restaurants in de toeristische gebieden alleen terecht met CUC. Daarbuiten zijn veel prijzen in peso. Ik ruil een paar keer CUC’s om voor pesos. In peso zijn dingen een stuk goedkoper. Zo betaal ik ergens op het platteland een softijsje voor 1 peso, terwijl de prijs in Havana 1 CUC is.

Zonnebrand. Één van de schaarse westerse artikelen. De mijne is door de douane in Mexico ingenomen. Vergeten uit mijn ‘carry on’ luggage te halen. In Cuba is het vloeibaar goud. In een ‘farmacia internacional’ durven ze 42 CUC (38 euro) te vragen. De medewerkster is wel zo vriendelijk om me erop te wijzen dat er bij de parfumerie een deur verder ook zonnebrand wordt verkocht. Cubaanse kwaliteit, ik sla wit uit bij de eerste zweetdruppels. Maar ja, wat kun je verwachten voor slechts 16 CUC?

Juist het hoofdstuk van mijn reisgids over Havana op de Ipod blijkt corrupt. Mis daardoor de waarschuwing voor hustlers en leer mijn eerste dagen in Havana een paar 5 CUC lessen.

#1 De eerste avond uit eten. Stel je hier niet te veel van voor, want op culinair gebied worden er weinig wonderen verricht in Cuba. De pizza met ham en kaas op de kaart was 7 CUC en staat voor 12 CUC op de rekening. Wanneer ik nogmaals om de kaart vraag, krijg ik een andere kaart waar keurig 12 CUC staat vermeld. Ik ga niet akkoord en betaal gewoon 7 CUC.

#2 Ik vraag de weg naar het kantoor was bustickets worden verkocht. Volgens de kelner in kwestie is het ver weg en hij adviseert me een fietstaxi te nemen. Die staat voor de deur. Ik ben slim en informeer vooraf naar de prijs die 2 CUC blijkt te zijn. Ik ben nog slimmer en vraag of hij terug heeft van 10 CUC. Dat blijkt niet het geval. De kelner wil wel wisselen en ik geef hem mijn 10 CUC. Dat was niet zo slim. Hij blijkt niet te kunnen wisselen en geeft mijn geld terug. Een biljet van 5 CUC kom ik later achter.

#3 Voor de ingang van een markt word ik aangesproken. De zus van de beste man blijkt getrouwd met een man uit Tiel. Dat verzin je niet. Niemand komt verder dan Amsterdam. Hij heeft een aantal tips voor mij in Havana. Ik vind het wel amusant en heb de tijd omdat ik op de bus moet wachten. We gaan zitten en hij begint te schrijven. We bestellen een mojito. Dan wil hij me meenemen naar een winkel waar je goedkoop sigaren kunt kopen. Ik sla het aanbod af. Hij begint aan te dringen. Ik vind het niet gezellig meer en sta op. De kelner is er snel bij en presenteert mij de rekening voor drie drankjes: 15 CUC. Mooi niet. Ik betaal mijn eigen en die is al duur genoeg. 5 CUC. De vogel is gevlogen en ik ben mijn pen kwijt, want die zijn ook erg gewild in Cuba.

Deze gebeurtenissen maken me erg achterdochtig. Cuba schijnt een relatief veilig land te zijn, maar zijn er wel een hoop mensen die je graag een paar CUC afhandig maken. Toeristen zijn geldbomen, waar ze graag even aan schudden.

Mijn Lateinamerika BikeBuch beschrijft drie interessante etappes. Langs de kust in het zuidoosten met de Sierra Maestro en Santiago. Centraal Cuba met historische plaatsen als Trinidad en Cienfuegos. En in het westen van Santiago naar de Viñales vallei.

In Cuba is er de Tren Frances, een tweedehands trein uit Frankrijk die tussen Havana en Santiago rijdt. Dat lijkt me wel wat. Want ik wil vanuit het zuidoosten terug naar het noordwesten. Met de altijd aanwezige oostenwind in de rug. Op het centraal station stel ik de belangrijkste vraag: mag de fiets mee? Ja, dat kan. Tickets worden vanaf maandag acht uur verkocht in een kantoor verderop.

De volgende dag staan er zo’n 200 mensen voor de deur van het betreffende kantoor. Om half negen komt er iemand naar buiten die dingen roept die ik niet begrijp. Mensen beginnen twee onduidelijke rijen te vormen. Even later komt er iemand anders naar buiten die iets roept wat ik weer niet begrijp. Er worden nummers uitgedeeld en de zojuist gevormde rijen worden weer één massa. Ik als niet Cubaan blijk geen nummer nodig te hebben en mag gelijk door naar loket 4. De trein rijdt op maandag en donderdag. Kan ik een ticket kopen voor donderdag? Nee, dat kan alleen op woensdag. Ik vraag het nog een keer. Nee, niet mogelijk. Informeer voor de zekerheid nog een keer of de fiets mee kan. Nee, dat kan ook niet…

De bus blijkt gelukkig een stuk eenvoudiger. ViAzul, de flink gekoelde toeristenbus met drie chauffeurs. Vertrek vanuit Havana om acht uur ‘s avonds. De volgende ochtend om acht uur sta ik in Holguin. Ik stap gelijk op de fiets, de eerste fietsdag in Cuba! Stad uit blijkt niet eenvoudig. Een Cubaan op de fiets rijdt een stukje met me op. Ik zet koers naar Banes, waar Fidel lang geleden in het huwelijk getreden. De wegen zijn bijzonder rustig. Zo nu en dan mensen te voet, een fietser, paard met kar, een motor en sporadisch een auto. De meeste auto’s worden gebruikt als taxi. Groepsvervoer op het platteland is er in de vorm van open trucks die mensen in de laadbak vervoeren.

In Banes ga ik op zoek naar een Casa Particular uit de Lonely Planet. Bijna overal in Cuba zijn deze “casas” te vinden, vergelijkbaar met B&B’s. Geen straatnaamborden in Banes. Een jongen op de fiets (gekregen van andere Nederlandse toeristen) wijst me de weg. De derde casa heeft een kamer vrij. Ernesto is de naam van de gastheer. ¿Cuánto cuesta por una noche? 25
CUC. ¿Y dos noches? 45 CUC. Muy bien. Mijn gids slaat de 1 CUC tip af en vraagt of ik kleren heb voor zijn broer. Ik geef hem een t-shirt dat mij net iets te krap is.

Op de weg terug van het museum word ik op straat aangesproken door Alfredo, zittend voor zijn huis. Hij biedt me een kop koffie aan. Ik – nog steeds erg argwanend – vraag of ik ervoor moet betalen. Dat is niet het geval en zo zit ik even later aan de koffie in zijn kleine woonkamer. Ik ben niet de enige, er zijn ook een aantal klanten. Alfredo runt vanuit zijn huis een bedrijfje. Mensen kunnen bij hem terecht voor het branden van cd’s met muziek en films, alsmede voor kleine reparaties van electronica. Hij heeft geschiedenis gestudeerd, maar een baantje als leraar is financieel niet erg aantrekkelijk. Dat zal ik later meer horen.

Terug bij mijn casa ontmoet ik de Amerikaan Sam, ook op de fiets. Bijzonder, want de VS verbiedt haar inwoners om Cuba te bezoeken. Vanwege het Amerikaanse embargo dat ook voor aan de Amerikaanse beurs genoteerde bedrijven geldt. Maar waar een wil is, is een weg. Hij heeft de trip uiterst zorgvuldig voorbereid. Zijn zes weken op Cuba zijn bewust onderdeel van een langere trip die verder gaat door Mexico. In Amerika heeft hij een vlucht naar Cancún geboekt. En zijn vlucht naar Cuba bij een reisbureau in Cancún. Behalve zijn ouders is niemand in de VS op de hoogte van zijn bezoek aan Cuba. Hij heeft voor zes weken geld op zak, Amerikanen kunnen geen geld opnemen in Cuba. Euro’s die een Zwitserse vriend voor hem heeft meegebracht vanuit Europa. Alle e-mails naar Amerika gaan via zijn Zwitserse vriend.

Verder naar Parque Nacional Pinares. De eerste twintig kilometer gaan slingerend om de vele gaten in het wegdek te ontwijken. Op een gegeven moment stuur ik te scherp en slipt mijn voorwiel weg. Ik rol met de inhoud van mijn stuurtas, inclusief camera, over straat. Knie en elleboog bloeden flink. Schoonspoelen en even flink insmeren met handsanitizer. Dat bijt flink, dus dat zal wel werken. In Mayari neem ik de stoffige rode gravelweg naar het zuiden. Ik moet flink aan de bak op de gemene helling van 16%. Loon naar werken, want het landschap is fantastisch. Even voor het park is de hoogste waterval van Cuba. Een glibberige hike van 2 uur met privé gids naar beneden en weer omhoog. Voldaan en rood van het stof arriveer ik aan het einde van de dag in het park. Ik betrek een ruime chalet voor een schappelijke prijs, inclusief ontbijt. ‘Dos noches por favor’.

Ik heb een luie dag en werk aan mijn blog. Offline want de internet mogelijkheden op Cuba zijn erg beperkt. ‘s Avonds tref ik Sam weer. In het restaurant. Fietsers, altijd goed gezelschap. We eten kip met rijst en salade, bestaande uit tomaat en ui. Sam gaat net als ik richting Santiago de Cuba.

Schoenen. Altijd handig. Vooral omdat er clips onder zitten waarmee in ik mijn pedalen klik. Waarschijnlijk is een Cubaan op dit moment de trotse bezitter van mijn stappers. Want ze stonden niet meer voor mijn deur toen ik de volgende ochtend wilde vertrekken. Ik meld het bij de receptie. Er wordt een zoekaktie in gang gezet. Zonder resultaat. Gezien de afgelegen locatie en een handvol gasten die naar mijn inschatting niet bijzonder geïnteresseerd zijn in versleten stinkende met rode stof bedekte schoenen, verdenk ik het personeel of een verdwaalde local. Ik wacht tot het middaguur op de komst van de manager. Het idee om vier weken met sandalen te fietsen is niet erg aanlokkelijk. De manager komt met het voltallige personeel naar mijn chalet. Niemand heeft iets gezien of gehoord, ook de nachtwaker niet. Ontstemd verlaat ik het park op mijn sandalen. De voeten goed ingesmeerd met zonnebrand. Mijn tenen vriezen er hier niet af, dat is een meevaller. Maar een flinke hike kan ik vergeten. Gelukkig heb ik ‘dubbele’ pedalen, met en zonder klik.

Santiago haal ik die dag niet meer. Ik beland in La Palma, een betrekkelijk grote plaats. Dwaal tevergeefs een tijdje rond op zoek naar een casa. Zoals altijd is er iemand op de fiets die je graag ergens aflevert. Opnieuw heeft het derde adres een kamer vrij. Een illegaal verblijf kom ik later achter, want ik wordt niet geregistreerd. De cubaanse overheid wil graag weten waar toeristen verblijven. Casas worden zeer regelmatig gecontroleerd. En er blijken casas voor locals (rood teken) en voor toeristen (blauw teken). Alfredo runt een casa voor locals. De douche is tijdelijk buiten werking, ik moet het doen met een
emmer water. Eten doe ik in zijn paladar, een woonkamer restaurant op de eerste verdieping met uitzicht op het straatleven op zaterdagavond. Op straat heerst een gezellige drukte. Ik geniet van verschillende getalenteerde muzikanten in een lokaal om de hoek. Totdat ik genoeg heb van de mensen die iets van mij, de enige toerist, willen. Ik ga naar mijn kamer en lig wakker
tot het restaurant om drie uur sluit.

Via El Cobre, het heiligste heiligdom in Cuba, bereik ik Santiago. Dit is de regio waar de revolutie begon in de jaren ’50. Een gevecht tegen het regime dat zwaar beïnvloed werd door de Verenigde Staten. Een enorm monument en grote billboards houden de herinnering aan de revolutie levend. Santiago in is geen enkel probleem. Ik vind een casa voor drie nachten bij een jonge familie. Aan de buitenkant lijkt het vaak alsof gebouwen op instorten staan, maar binnen is alles altijd keurig afgewerkt. De eisen ten aanzien van casas zijn streng. Eigenaren van casas betalen 200 CUC per kamer per maand aan de staat, ongeacht de bezettingsgraad. Dat betekent dat ze elke kamer gemiddeld 8 tot 10 nachten per maand moeten verhuren.

Santiago ademt muziek en dans. In de parken, casas de la trova en restaurants. Ik ontmoet Nederlandse dames die hier in twee weken de salsa onder de knie proberen te krijgen. Ik doe de stadswandeling uit de Lonely Planet. Deze voert langs historische gebouwen en pleinen. Ook hier hustlers, maar ik heb mijn lessen geleerd. Onderweg bezoek ik twee musea die aan de revolutie zijn gewijd.

In Santiago ga ik op zoek naar een rol brede tape zodat ik de fietsdoos dicht kan plakken voor de vlucht naar Cancun. De rol die ik had is door de douane in Mexico ingenomen. Niet toegestaan in de handbagage. En schaars goed in Cuba blijkt. In elke winkel wordt ik doorverwezen naar de volgende. Uiteindelijk beland ik op een kleine rommelmarkt ergens achteraf. Hier vind ik een halve dag later zowaar een rol tape. Voor omgerekend 70 eurocent. Dat was genoeg, want de verkoper lachte nog steeds.

Een bezoek aan de kapper. Locals betalen 10 pesos. Ik betaal 2 CUC, vijf keer zoveel. Het standaardtarief voor toeristen. Ik ding niet af en hoop hij extra zijn best doet. Gekortwiekt stap ik op de fiets. Santiago uit gaat even eenvoudig als Santiago in. Op weg naar de kust rijd ik op met een groepje Italianen op de mountainbike. Het is halfbewolkt met een licht briesje en dertig graden. Prima fietsweer. Als snel heb ik de zee aan de linkerhand en de Sierra Maestro aan de rechterhand. De vlakke weg wordt slechter en de stukken gravel zijn beter dan het asfalt. Er is nauwelijks gemotoriseerd verkeer. Ik eindig voorbij Chinvorico in een een rustig vakantieoord voor locals. Een basic kamer met balkon en fantastich uitzicht op zee. Wederom de bekende kip met salade en gebakken banaan. Met twee bier en koffie voor 6 CUC. Geen geld.

De weg gaat verder langs de kust. Delen van de weg zijn weggeslagen door de zee. Pijlers van bruggen zijn weggezakt waardoor er een knik in het wegdek is ontstaan. De weg gaat om gesloten tunnels. Zo dicht langs zee, dat het water bijna op mijn voeten spat. Ik tref drie Canadezen op de fiets uit tegenovergestelde richting. Kleine dorpjes met vriendelijke mensen. Ik eet – het altijd superlichtgewicht – witbrood met geitenkaas. Een dame uit Santiago wil graag op de foto en op mijn blog.

In Marea del Portillo beland ik voor de eerste keer in mijn leven in een all-inclusive resort. Ik krijg een geel polsbandje aangemeten. Welcome to the bracelet society. Ik heb gezelschap van Flo, een Schotse immigrante op leeftijd uit Toronto. Na het ochtendritueel van ontbijten, tanden poetsen, water filteren en inpakken begin ik weer aan een nieuwe dag. Tref net als gisteren het vrolijke gezelschap Engelsen op de fiets onder leiding van gids Douglas. Na een klim verlaat ik de kust en maken de bergen plaats voor agrarisch gebied. Ik eet het zoveelste broodje met ham en kaas in Media Luna.

De vijf casas in Manzanillo zijn vol. Het enige alternatief is een lelijk betonnen oostblok vakantiehotel. Voor het eerst mag de fiets niet op de kamer. Achter de open receptie waar iedereen in en uit loopt zonder een mogelijkheid om de fiets ergens aan vast te maken, is geen optie. Ik dring aan maar de dame houd voet bij stuk. De manager komt met een oplossing. Er is een conferentieruimte waar ik mijn fiets vastmaak aan één van de verankerde stoelen. De Lonely Planet vergelijkt het restaurant met dat van Fawlty Towers. Het is inderdaad een aandoenlijk schouwspel. Mijn bijna lege bord wordt op een grote keukenkar naar mijn tafel gereden.

Het ontbijt is even karig als het diner. Zowaar een fietspad stad uit. Het is zaterdag. Langs de weg kinderen die een baseball wedstrijd spelen. Dat is een ongeplande stop waard. Ze weten de bal aardig te raken. In Bartolomé Masó zet ik koers richting Santa Domingo in de Sierra Maestro. Hier hielden Fidel en zijn troepen zich schuil aan het eind van de jaren ’50. Lange steile klimmen en afdalingen van 15%. Zigzaggend over de hele breedte van de weg weet ik het steigingspercentage te reduceren tot 10%. Een man en zijn twee jonge dochters in een zeepkist komen me tegemoet. Dapper. De receptioniste van het hotel in Santa Domingo wijst me erop dat de case even verderop goedkoper is. Ik doorwaad een rivier om de casa te bereiken. Hier maak ik kennis met Andre en Tina uit Oost-Berlijn, de andere gasten. We drinken mojito’s tot de rum op is. De voorraad rum was beperkt:)

Ik heb me bij de dochter des casas opgegeven voor de hike naar de commandopost van Fidel ten tijde van de revolutie in de jaren vijftig. In eerste instantie lijkt het weer parten te spelen. Maar na een uur staat het sein op groen. Dan komt er een sterk staaltje bureaucratie om de hoek kijken. Er worden vijf formulieren ingevuld. Voor de taxi, nationaal park, lunch,
museum en één voor de tour zelf. Aan de hand van mijn paspoort worden naam, geboorteplaats en- datum overgeschreven. Twee formulieren worden gelijk ingenomen en naar de andere wordt die dag niet meer gevraagd.

Met 4WD taxi’s gaan we verder de bergen in, totdat de weg ophoudt. De gemiddelde leeftijd van de groep is hoog. Veel Britten met kunstheupen en -knieën. Gedurende de hele tocht help ik mensen omhoog en naar beneden. Ondanks alle hulp veel modderkonten. Veel vogelaars in de groep. Met de iBird applicatie op mijn iPod neem ik er een paar in het ootje. De gids vindt het geweldig. Al met al een gezellig clubje. Vanaf een bepaald punt kost fotograferen 5 CUC. Een veelvoorkomend fenomeen in Cuba. Ik betaal niet want mijn camera vertoont kuren na het contact met het wegdek. Door de wolken bereiken we het primitieve kamp. De troepen van Batista zijn er nooit in geslaagd het kamp te lokaliseren.

De weg terug gaat over dezelfde steile hellingen. Ik heb de oostenwind tegen en rijd ergens vijf kilometer de verkeerde kant op. In Bayamo zoek ik het busstation. Een oude man op een fiets zonder pedalen met een lading knoflook aan het stuur fietst voor me uit naar het station. Vandaag geen bus meer, morgen wel. Ik beland in de casa van Mayra en Leopoldo. Wanneer ik de deur uit ga voor een hapje krijg ik een goedkeurende opmerking van Mayra. Ik sta er netjes op. Door de zoon des huizes wordt ik bij de warm aanbevolen paladar afgeleverd. Prima maal.

Mijn bus naar Sancti Spiritus vertrekt om half elf. Alle tijd. Tijdens het ontbijt raak ik aan de klets met Robin en Jenny uit Engeland die al bijna twee jaar langs de oostkust van Noord en Midden Amerika zeilen. Moet me uiteindelijk nog haasten om de bus te halen. Van Mayra krijg ik een dikke pakkerd en het adres van een casa in Sancti Spiritus. Om de hoek tref ik een Duits stel op de fiets die ook onderweg zijn naar het station voor dezelfde bus. Gezellig! Na een rit van 9 uur, in plaats van 6 uur, is het donker als we in Sancti Spiritus aankomen. De casa is snel gevonden. In de bus heb ik last van mijn rug gekregen, ik duik snel onder de wol.

Na een fietsdag door de Valle de los Ingenios bereik ik Trinidad. Unesco Werelderfgoed. Over de cobblestones hobbel ik het historische centrum binnen. Aan de rand van de stad wimpel ik iemand af die me graag bij een casa aflevert. Ik heb een adres, want ik ben in één van de casa netwerken beland. Mensen die elkaar alleen van de telefoon kennen. Veelal oudere mensen. Uitstekende maaltijden gegarandeerd. Ik word door Nilda hartelijk ontvangen met een kop koffie. Haar zus was tot haar dood getrouwd met een man uit Heerde, onder de rook van Zwolle. Het fotoboek van de familie komt op tafel. Net als de mijne.

Na een heerlijk diner ga ik op zoek naar een Daiquiri. Een van dé cocktails in Cuba. Op straat tref ik het Duitse stel uit Munster weer. We gaan samen wat drinken. Mojito’s. We belanden op een terras met een matige band. Een uitzondering in Cuba. Hij is rechter, zij is advocaat. Beiden gespecialeerd op het terrein van de gezondheidszorg. Sympathiek stel met droge humor. Na het gezellig samenzijn blijf ik nog even op de ‘trappen’ hangen waar de muziek een stuk beter is.

Voor mijn vertrek naar Cienfuegos lees ik mijn mail in een internetcafé. Om elf uur neem ik afscheid van Nilda haar hulp. Met een adres voor de nacht. De eerste 12 kilometer heb ik gezelschap van een Cubaan, ook op de fiets. Hij heeft sinds een jaar een relatie met Thea, een Zwitserse schone. Cienfuegos is minder indrukwekkend dan Trinidad, maar de plaza is absoluut de moeite waard met goed geconserveerde bouwwerken. Eten doe ik weer in een paladar. Met live muziek. De dame van het duo heeft een indrukwekkende stem. Genieten.

Met de bus naar Havana. En gelijk door naar Pinar del Rio in het westen. Met twee broodjes ham/kaas voor onderweg. Op het station tref ik Sam weer. De Amerikaan op de fiets. Wederom goed gezelschap. In de volle warme bus. In Havana voel ik me niet helemaal jofel. Het zal de warmte van de bus zijn. In de drie uur overstaptijd eet ik mijn tweede broodje. Vlak voor het vertrek protesteert mijn maag. Mijn verdenking gaat nu uit naar de broodjes. Ik forceer mijn maaginhoud richting het riool. Dat is niet genoeg. Ik vertoef de helft van de reis achter in de bus. Op het toilet. Weinig puf om te socializen met de drie meiden uit Nijmegen achter mij. Zo slap als een vaatdoek rol in Pinar del Rio uit de bus.

Op het busstation staat een welwillende gids me op te wachten. Breng me naar de eerste de beste casa is mijn opdracht. Deze blijkt vol. Ik heb weinig vertrouwen in mijn gids. Zet koers naar een hotel uit de Lonely Planet. Ook vol. Ik neem een nieuwe gids in de arm naar een andere casa. Vol. In de keuken wordt druk overlegd. Het duurt me te lang en stap op. Dan is er opeens consensus en heb ik weer begeleiding. Ik word naar de andere kant van de stad geloodst. Daar is zowaar plek. Heb het toilet hard nodig. Krijg thee en papaja van de gastheer. Goed voor de maag. Maar ik houd niets binnen.

Na een beroerde nacht begin ik de volgende dag aan de 26 kilometer naar Viñales. Halverwege stop ik voor een paar foto’s bij een tabaksplantage. Een man nodigt me uit om een kijkje te nemen. Binnen zijn dames aan het werk die de bladeren ophangen om te drogen. Bij vertrek stop ik de man een paar pesos toe. Hij vraagt of ik kleren voor hem heb. Ik kan echter weinig missen. Op mijn tandvlees bereik ik Viñales. De casa van Miriam is me door Nilda uit Trinidad aanbevolen. Ik wil maar één ding en dat is slapen.

De vallei van Viñales is werelderfgoed. Een vlak landschap met rode vruchtbare grond en merkwaardige kalkstenen bulten (mogotes). Hier wordt de beste tabak ter wereld geteeld. Ik rijd op goed geluk over de smalle slingerende paden. Kom een boer met zijn kleinzoon tegen. Hij nodigt me uit voor koffie. Voor hun kleine hut maak ik kennis met zijn vrouw en dochter. Hij
maakt me duidelijk dat een orkaan in 2008 hun oorspronkelijke woning heeft verwoest. Het is duidelijk dat ze een marginaal bestaan leiden. Er is wel een bijzonder project in deze omgeving. Elk huis heeft sinds kort elektriciteit door middel van een zonnepaneel. Na een glas citrussap stap ik op met een zelfgefabriceerde sigaar. Ik maak de kleinzoon blij met een paar CUC. Op de terugweg zie ik de opmerkelijke Mural de la Prehistoria. Een enorme rotsschildering die allesbehalve prehistorisch is. Op afstand zo goed te zien dat ik me het entreegeld bespaar. Het koffiebrouwsel en de citrussap sturen me weer naar bed. Ik annuleer het diner.

Terugfietsen naar Havana zit er niet in. Ik ga met de bus. Kan mijn verblijf in Viñales daardoor een paar dagen verlengen. Maak nog een rondje in de omgeving. Ik bezoek ook de grotten in Santo Tomás. Het op één na grootste grottenstelsel van Midden Amerika. Flink klauteren. Twee Canadeze meiden op teenslippers klauteren dapper mee. Een sympathiek en komisch duo. Op de weg terug doe ik een korte hike door een dichtbegroeid poreus kalksteen landschap. Veel hagedissen en kolibries. ‘s Avonds eet ik in een – voor Cubaanse begrippen redelijk – Italiaans restaurant. Drink daarna nog wat met de Canadeze meiden.

Met de zoon van Miriam wissel ik films en muziek uit. Hij vertelt me dat de bandbreedte van de internetverbinding voor heel Cuba 400 mbps is. De gemiddelde Nederlander kan tegenwoordig al beschikken over 10% van de capaciteit voor heel Cuba. Cubanen hebben thuis alleen toegang tot een intranet, dat alle Cubanen met elkaar verbindt. Internet thuis is voorbehouden aan enkelen, zoals artiesten. Internetten kan wel in de publieke gelegenheden. Vanaf 6 CUC per uur, dat is onbetaalbaar voor de gemiddelde Cubaan.

In de bus naar Havana heb ik gezelschap van drie Nederlanders, waarvan twee fietsers. Van het busstation fiets ik door naar het vliegveld. Om te controleren of mijn zelfgefabriceerde fietsdoos er nog is. Deze had ik in goed vertrouwen achter gelaten in een ruimte waar een stel bouwvakkers aan het werk was. Naïef. De ruimte is inmiddels bij de aankomsthal aangetrokken en van de bouwvakkers is geen spoor meer te bekennen. Tijd voor plan B. In de vertrekhal staat een wrapmachine waar mijn fiets niet in past. Ik vraag of ik over twee dagen 8 meter plastic mag kopen. Dat kan.

Op de weg naar Havana Vieja passeer ik Plaza de Revolución. Hier is men druk bezig met de voorbereidende werkzaamheden voor het aanstaande bezoek van de paus. Via via kom ik uit bij de casa van Juan. Zijn vrouw is een paar maanden elders. Voor het bereiden van het ontbijt (fruit snijden en koffie zetten) heeft hij assistentie van een dame uit de buurt. Dat is geen werk voor een man. Ander werk heeft hij niet, de casa is de inkomstenbron.

De huizenmarkt is een interessant fenomeen in Cuba. Tot voor kort was het Cubanen alleen toegestaan om van woning te ruilen. Sinds eind 2011 is verkopen gelegaliseerd. Maar niet aan buitenlanders. En de meeste Cubanen kunnen het niet betalen. Een ander opmerkelijk iets is dat mobiele telefoons sinds twee jaar zijn toegestaan. Dit alles onder het bewind van Raúl Castro. De broer van.

Op mijn laatste dag in Cuba koop ik sigaren. En een mooi met de hand vervaardigd dominospel. Overal op straat spelen mensen schaak en domino. Ik eet goedkoop in een peso restaurant en drink nog één mojito om het af te leren. Een taxi brengt me de volgende ochtend naar het vliegveld 20 kilometer buiten de stad. Ik heb geen zin om me in het zweet te werken voor de vlucht. De fiets wrap ik in de 8 meter plastic met de tape uit Santiago. Het resultaat mag er zijn. En ik zweet alsnog. Ik voldoe de vertrekbelasting van 25 CUC en mag vervolgens inchecken. Na een allerlaatste witte boterham met ham en kaas stap ik in het vliegtuig naar Cancún. Via Mexico City…

Periode: zaterdag 28 januari 2012 t/m vrijdag 24 februari 2012
Foto’s : Midden Amerika – Cuba
Route : http://g.co/maps/g83ay, http://g.co/maps/uu4s3 en http://g.co/maps/zwp23

 

Next Post

Previous Post

10 Comments

  1. Harold 9 April 2012

    Mooi verhaal over je belevenissen in Cuba, Wim.
    Next stop: Cancun. Succes en veel plezier wederom.

  2. luchien en bert 9 April 2012

    Hey Wim,
    Heb weer met bewondering je verslag gelezen. Het gevoel dat je constant op je hoede moet zijn en enig vertrouwen in de mens mist lijkt me vreselijk. En nog ziek geweest ook en gevallen en toch doooorgaaaaan!! Super hoor! Wens je een goed en gezond vervolg en blijf genieten. Kijk nu alweer uit naar een nieuw verslag :-)
    Liefs, Luchien en Bert

  3. Elma 9 April 2012

    Mooi verslag weer. Je maakt wat mee…..
    Veel plezier in Mexico

  4. Vasilis 9 April 2012

    Lekker lang verhaal over Cuba, Wim. De foto’s zijn schitterend. Ik voel me nu net of ik er zelf ben geweest. Goede reis verder.

  5. Trecia 9 April 2012

    Hey Wim, geweldig verslag, heerlijk dit te lezen op een regenachtige 2e Paasdag. Even de tijd vergeten en wegdromen… Succes verder

  6. Ewout 11 April 2012

    Hallo Wim,
    Geen idee waar je precies bent maar ik kwam toevallig op je site terecht. Als je zin hebt kun je bij mij overnachten in Valladolid (40 km van Chichen Itza), tenzij je hier al gepasseerd bent.

  7. E 12 April 2012

    verkeerde email adres…. middenstreepje ;)

  8. Alfred en Monica en Ellis 26 April 2012

    He Vriend Wim,

    Wat een mooie verhalen en wat een belevenis maar dat wisten we al dat je dat ging meemaken. Met ons gaat alles goed en Ellis maakt al grote vorderingen,leuk man. We volgen je op de GPS. We hebben de kaart ontvangen leuk en heeft een mooi plaatsje bij ons in de kast. Wij vinden de verhalen super en de foto’s prachtig. Wij wensen je nog een goede reis en wij denken aan jou en we kunnen niet wachten dat je terug bent.

    Groet Ellis, Monica en Alfred

  9. Jilje, Petra, Daan en Lieke 27 April 2012

    Hey Wim,

    Bedankt voor je mooie kaart. Leuk om zo even iets van je te horen. We horen natuurlijk ook wel dingen via je ouders.

    We kunnen al niet wachten op je volgend verhaal, met wat je allemaal weer hebt meegemaakt. Ook genieten we van je foto’s.

    Nog veel plezier daar!!

    Groetjes,

    Jilje, Petra, Daan en Lieke

  10. Nicola 13 June 2012

    Hi Wim,

    You won’t remember me, but I’m one of a group of British cyclists who bumped into you a couple of times in Cuba (I think the English translation of your blog calls us “the merry company in the British bicycle tours led by Douglas”, which made me smile). Anyway, just to let you know that I am following your progress (I often check out your blog in moments of office boredom, when I wish I was still whizzing through Cuba on my bike). Good luck to you in the coming months and may the adventure continue!

    Nicola P.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

© 2024 Wimsalabim

Theme by Anders Norén